Dit artikel uit HiQ #16 zou aanvankelijk gaan over mensen met het syndroom van Asperger en werk, in de veronderstelling dat deze vorm van autisme een aantoonbare relatie had met een zeer hoog IQ. Al snel werd duidelijk dat Asperger in 2015 was verdwenen uit het psychiatriehandboek DSM V en nu valt onder de paraplu van autismespectrumstoornis (ASS).
Onderzoek door de schrijver DickJan Braggaar en de redactie leidde tot weinig verifieerbare Nederlandse data over de combinatie autisme en hoogbegaafdheid en werk. Een rapport uit 2013 getiteld ‘Allemaal autisme, allemaal werk’ over een enquête onder de 14.000 leden van de Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA) bleek evenmin een stabiele basis voor een solide verhaal. Acht procent van de respondenten gaf aan dankzij een test te weten dat zij hoogbegaafd waren, maar welke test werd niet duidelijk. Verenigingen en stichtingen die zich met het onderwerp bezig houden werden benaderd maar deden geen uitspraken. Daarom twee ervaringsdeskundigen aan het woord over hoe zij omgaan met autisme op de werkvloer en welke werkzaamheden meer en minder geschikt zijn.
PASSEND, BETAALD EN VOLWAARDIG WERK
Paul Vermeer is directeur en oprichter van AutiTalent, een bedrijf dat bemiddelt tussen mensen met autisme en opdrachtgevers en adviseert op het gebied van autisme en werk. Er zijn ongeveer 1.600 werkzoekenden ingeschreven, die allemaal officieel een diagnose autisme hebben.
AutiTalent kijkt primair naar de mogelijkheden van de mensen op de werkvloer: er moet een goede match zijn tussen wat ze te bieden hebben en wat er door opdrachtgevers wordt gevraagd. Vermeer: “We hebben mensen in het bestand van mbo tot en met wo, maar het niveau is niet het belangrijkst. Wat telt is dat ze passend, betaald en volwaardig werk vinden. Nauwgezet werk dat met oog voor detail uitgevoerd moet worden. Denk bijvoorbeeld aan het schonen, controleren en digitaliseren van dossiers of het invoeren, controleren en analyseren van data. Of specifieke opdrachten zoals het controleren van landmeetkundig werk of het detecteren van asbestdaken op luchtfoto’s. Deze mensen zijn zeer accuraat, kunnen lang hun focus bewaren en maken relatief weinig fouten.”
Diesels
Op de website van het bedrijf worden mensen met autisme aangeduid als ‘diesels’. Een goede omschrijving: als ze eenmaal op gang zijn en precies weten wat ze moeten doen, kunnen ze heel lang relatief foutloos werken. “Het is uitermate jammer dat slechts één op de vier mensen met diagnose autisme betaald werk heeft,” zegt Vermeer, het NVA-rapport ‘Allemaal autisme, allemaal werk’ aanhalend. “Gelukkig is er een verandering gaande, want we zien het aantal plaatsingen stijgen, maar er valt nog wel wat werk te verzetten. Van de mensen met autisme zegt slechts de helft plezier in het werk te hebben. Daar ligt voor ons een duidelijke adviestaak.”
Bij de politie
De opdrachtgevers van AutiTalent zien de meerwaarde van mensen met deze diagnose, aldus Vermeer, “Ook grotere bedrijven en ministeries. Een plaatsing bij de politie van vier camerabeeldspecialisten haalde deze zomer zelfs het landelijk nieuws.” Onderzoek door TNO uit 2011 stelde al dat mensen met autisme uitermate geschikt kunnen zijn voor dit werk, gezien hun competentie voor “uitzonderlijke concentratievermogen, aandacht voor detail, integriteit en resultaatgerichtheid”. De politie Den Haag bevestigt in een publicatie dat hun recherchemedewerkers “sneller en beter dan een gemiddelde rechercheur juist die beelden eruit pikken die cruciaal in een onderzoek kunnen zijn.”
IK DOE MIJN WERK MET BIJZONDER WEINIG FOUTEN
De 56-jarige Rob is ruim zeven jaar geleden getest op een autismestoornis. Hij is nog steeds blij dat hij zich heeft laten testen, want het gaf hem meer inzicht in zijn eigen gedrag en hij accepteerde zichzelf meer. Hij kreeg officieel de diagnose Hoog Functionerend Autist (HFA).
Op de vraag of hij zichzelf altijd al als ‘anders’ had opgevat reageert Rob met een ondubbelzinnig “ja”. Hij merkte al dat hij op heel jonge leef- tijd graag alleen was en ook veel last had van geluiden, waar anderen dat niet hadden. Na zijn universitaire studie oudheidkunde kwam hij uiteindelijk terecht bij een universiteitsbibliotheek. “Ik heb gewoon gesolliciteerd, nadat het arbeidsbureau mij door een aantal bijeenkom- sten in een bepaalde richting had gezet.” Het werk bevalt goed. Er zijn vaste, terugkerende taken, in een gestructureerde omgeving. “Mijn leidinggevende wist van mijn situatie en zet mij bijvoorbeeld niet in wanneer het onoverzichtelijk druk wordt. Dat waardeer ik erg,” zegt Rob.
Prikkels en details
Een ander voorbeeld van wat voor autisten vaak moeilijk is, is autorijden door de enorme hoeveelheid prikkels die op hen a omen. Rob heeft dan ook geen rijbewijs. Hij erkent ook voordelen van HFA zijn en gelukkig ziet zijn werkgever die ook: “Misschien dat ik wat langzamer lijk te werken dan anderen, maar ik doe mijn werk wel met bijzonder weinig fouten. Ik kan mij heel goed concentreren, vooral op details.” Dat is meteen een reden voor een werkgever om een Asperger of HFA aan te nemen: voor specifiek werk zijn ze uiterst geschikt. “Zoals bibliotheekmedewerker, ICT’er en ambtenaar,” geeft Rob als voorbeelden. Bij die laatste functie voegt hij nog toe: “Je begrijpt wel wat ik bedoel.”
Rob heeft twee waardevolle tips voor andere Aspergers: Niet direct antwoorden op vragen, maar de tijd nemen. “Zeg ‘Ik kom erop terug’. Claim tijd om de vraag te laten bezinken. En wees eerlijk, maar niet ten koste van alles.” Rob voegt tenslotte toe: “Ik merk wel dat deze zaken ook beter worden naarmate ik ouder word.”
Lees ook: Autisme als pluspunt (Volkskrant, 11 maart 2018)