hoogbegaafdheid pesten

De Keerzijde: HB, ASS en ADD

In de rubriek ‘De Keerzijde’ bespreekt een Mensalid anoniem de minder leuke kanten van hoogbegaafdheid. Dit keer over de worsteling die de combinatie van hoogbegaafdheid, autisme en ADD oplevert.

Anders zijn

“Vijftien jaar geleden vroeg ik me regelmatig af of ik nou zo dom was of juist zo slim dat andere mensen mij niet snapten. Vaak leek ik niet te matchen met mijn omgeving. Ik ben me toen gaan oriënteren op intelligentietesten en heb uiteindelijk de officiële Mensa-test gedaan. Na de uitslag ben ik drie dagen lang boos en verdrietig geweest. Ik besefte dat ik mijn leven lang had geprobeerd om erbij te horen en nu stond zwart op wit dat ik echt anders was dan de meeste mensen. Maar na drie dagen zakte dat gevoel en nu geniet ik van het hoogbegaafd zijn. Als ik op mijn werk ergens goed voor ga zitten, kan ik in een uurtje een complex onderwerp doorgronden en uitwerken. Dat is toch heerlijk?

Missing link

Toch verklaarde de Mensa-test niet alles: er leek nog iets te missen. Ik kon bijvoorbeeld bepaalde nuances niet uit gesprekken halen. Bedoelde iemand nu dat hij blij verrast of juist geschokt was? Daardoor was ik vaak onzeker in gesprekken. Omdat ik tegen dingen aan bleef lopen, deed ik in 2015 een assessment waaruit naar voren kwam dat autonomie en sociabiliteit bij mij minder sterk ontwikkeld waren. Ik heb toen hele fijne gesprekken gehad met een coach, die al snel het gevoel kreeg dat er bij mij sprake zou kunnen zijn van autisme. Ik heb me toen wat verder in autisme verdiept, maar kon me niet echt herkennen in de beschrijvingen die ik tegenkwam. Ik was bijvoorbeeld juist wél goed in het leggen van contacten.

Dokter Deen

Vorig jaar in de televisieserie Dokter Deen kwam één van de personages erachter dat ze autistisch was. Toen dacht ik: ‘als zij dat is, dan zou ik het ook kunnen zijn!’ Ik heb toen het boek Niet ongevoelig van Henny Struik gelezen, dat specifiek gaat over vrouwen met Asperger. Daar is veel minder over bekend en het blijft bij vrouwen ook vaker verborgen, kwam ik toen achter. Elke keer als ik iets herkende in het boek, plakte ik er zo’n geel memostickertje in. Ik heb het boek helemaal geel geplakt.

Aan de huisarts vertelde ik mijn vermoeden en zij verwees mij door naar de GGZ voor een ondersteuningstraject. Daarvoor moest wel eerst een diagnose gesteld worden. Daar kwam Asperger uit en, tot mijn verrassing, ADD. Daarmee was voor mij het plaatje compleet: wat HB niet verklaarde werd verklaard door Asperger en de rest door ADD. De spontaniteit die dat laatste met zich meebrengt hielp mij bijvoorbeeld in het leggen van contacten.

Doodmoe

Ook het ‘erbij willen horen’ snap ik nu beter. Het kost mij voortdurend moeite om goed op anderen afgestemd te zijn. Ik was dan ook heel blij toen een vriendin laatst zei dat het haar niet uitmaakte dat ik er niet aan toegekomen was haar op het afgesproken moment te bellen. Ze oordeelt niet naar wat ik doe, maar accepteert mij zoals ik ben. Dat maakt het voor mij een stuk makkelijker om erbij te horen.

Het diagnosetraject vond plaats in de eerste maanden van een nieuwe functie op mijn werk. Ik was net programmamanager geworden van een complex programma met hoge tijdsdruk, waarbij vrijwel alle denkbare processen en systemen betrokken waren. Ik had die functie als nieuwe uitdaging geaccepteerd, maar werd er doodmoe van. Nu begreep ik dat dat door de vele contacten, afspraken en dynamiek in het programma kwam. Beslist een ongeschikte baan voor iemand met Asperger en ADD, was de conclusie van de bedrijfsarts. En ook de GGZ, collega’s en vrienden gaven me het advies te stoppen met deze functie en tijd voor mijzelf te nemen.

Uitdagingen

Toch besloot ik ermee door te gaan. Ik had terug kunnen gaan naar mijn oude functie, maar ik wilde leren hoe ik nieuwe uitdagingen kon blijven aangaan, ondanks mijn ASS en ADD. En dat gebeurt niet als je teruggaat naar een vertrouwde, beschermde omgeving. Eén van de directeuren, die ik over de diagnose had verteld, gaf me vertrouwen: hij wist zeker dat ik het qua intelligentie en capaciteiten aan zou kunnen. Ik heb ook mijn team over de diagnose verteld, wat mijn grenzen zijn en waarom ik bijvoorbeeld soms wat bot over kan komen. Mijn managementondersteuner en secretaris boden meteen aan om meer taken op zich te nemen.

Daar heb ik nog wel moeite mee, met loslaten, maar ik deed het wel. Ik móest wel, anders zou ik het gewoonweg niet redden. Daarmee leerde ik heel snel welke belasting ik wel en welke ik niet aankon en mijn werk daarop in te richten. Eigenlijk liep het leertraject als een tierelier. Ook bij de GGZ had ik in twee of drie sessies al door waar zij tien tot vijftien sessies voor nodig dachten te hebben. Ik was wel ontzettend moe, maar dacht voortdurend: als de nood het hoogst is, leer ik het snelst, en is de redding dus nabij. En dat bleek ook zo te zijn.

Grens

Driekwart jaar geleden balanceerde ik op het randje van mijn kunnen. Nu functioneer ik weer bijna zoals ik ben, maar mijn hersenen blijven uitdaging zoeken. Dus nu ik mij een stuk beter voel, ga ik toch weer meer doen. En dus blijf ik steeds tegen mijn grens aanlopen. Tot nu toe wist ik daar mijn werk op aan te passen, maar ik vraag mij af hoeveel rek er nog in zit. En wanneer zou het moment komen dat ik toch echt moet besluiten minder hooi op mijn vork te nemen? Maar voorlopig weiger ik daarover na te denken.

Anderzijds vraag ik mij af of ik mijn gezin hiermee niet tekort doe. Ik heb het doorzetten van mijn huidige baan uitgebreid met mijn man besproken. De kans was aanwezig dat ik, als ik thuiskwam, niets meer aan het huishouden zou kunnen doen. Hij vond het geen probleem die taken op zich te nemen. Maar toch… als hij op vrijdagavond om half 10 hapjes voor de tv neerzet, zit ik eigenlijk al aan mijn bed te denken. Toch maar opblijven dan? Of kan ik beter toegeven aan mijn behoefte aan slaap, zodat ik mij morgen weer goed voel? Aanvoelen wat thuis nodig is vind ik vaak moeilijk. Dat is een enorme worsteling.

HB zijn vind ik prachtig en ik geniet ervan. Het blijft me uitdagen. Maar het combineert lastig met ASS en ADD. Hoe lang dit zo vol te houden is? Dat weet ik niet. Als je het dan over een keerzijde hebt… daar zit een groot dilemma.”

Dit artikel stond in HIQ #19 van voorjaar 2019. Interessant? Lees dan ook deze ‘Keerzijde‘.


Geplaatst

in

,

door