De dochter van Brenda Dekkers bleek toen ze ongeveer een half jaar was al een ontwikkelingsvoorsprong te hebben van een paar maanden. Ze is nu acht en haar IQ valt in het hoogste percentiel. Om te ontdekken hoe je dat doet, een hoogbegaafd kind opvoeden, gingen Brenda en haar man op cursus: ‘Help! Mijn kind is hoogbegaafd!’
Vragenstroom
De dag dat ik mezelf terugvond met de afstandsbediening van de tv hoog in de lucht en een woeste kleuter die zich krijsend en bijtend in mijn been omhoog klauwde, realiseerde ik me dat het opvoeden van een hoogbegaafd kind misschien wat lastiger was dan ik in eerste instantie had gedacht. Die non-stop vragenstroom (Hoe komt het dat gras kriebelt? Hoeveel dagen zit een rups in het eitje? Hoeveel tanden heb je? Waar komt het woord ventilator vandaan? Waarom is snot groen en bloed rood en soms blauw? Waarom is poep bruin? Hoe ontstaat stroom? Hoe ontstaan sterren? Ben je je geest? Hoe zijn machines uitgevonden? Hoe komen plukjes aan je nagel? Wat is jouw lievelingswerelddeel?) vond en vind ik soms vermoeiend, maar altijd grappig.
Vertrouwen
Dat ik haar op haar tweede jaar prima kon uitleggen dat we gingen verhuizen en dat ze het nieuwe huis zonder problemen accepteerde, was heel handig. Maar mijn kind had en heeft ook zorgen en faalangst. Ze is vanaf vier, vijf jaar al een strategische pleaser die haar werkelijke gevoelens strikt geheim houdt. En hoe vind je als ouder de middenweg tussen die enorme behoefte aan autonomie en iets prozaïsch als tandenpoetsen of – daar is-ie –beeldschermtijd, zeker als straffen en belonen niet aanslaat? Maar ik had vooral een wens voor mijn dochter: dat ze vertrouwen heeft in zichzelf en anderen en dat ze kan genieten van die prachtige speeltuin in haar hoofd.
Hoogbegaafd opvoeden
Kortom, ik had handvatten nodig. En die ging ik bij het consultatiebureau niet krijgen. Ook in de positive parenting-boeken en -groepen vond ik niet precies de antwoorden die ik zocht. Gelukkig vond ik iets en iemand anders: de cursus Help! Mijn kind is hoogbegaafd van Marieke van der Zee. Vooral de combinatie tussen de uitgebreide theoretische kennis van psychologie, opvoeding en hoogbegaafdheid van Marieke en haar prettige, praktische aanpak trokken me over de streep: we gingen op cursus. Dit zijn de belangrijkste dingen die ik er leerde.
Je bent niet de enige die worstelt
En dat is fijn. Het is goed om te weten dat er ouders zijn die ook kinderen hebben die in draken veranderen en je er op hun zevende jaar al volledig onderkletsen. En het is ook fijn om te weten dat zij zich af en toe ook op de wc opsluiten totdat de ergste storm voorbij is. Hoogbegaafd is niet hetzelfde als zeer intelligent Ja, dat wist ik al. Maar het helpt om het weer even helder in beeld te krijgen, zeker als er een rijtje kenmerken van zeer intelligente kinderen naast staat. Ook ik ben maar een mens en als mijn hoogbegaafde dochter links en rechts wordt ingehaald door kindjes uit haar klas, is het fijn om nog even zwart-op-wit te hebben dat dat erbij hoort. En dat zij andere kwaliteiten heeft dan tafels leren.
Is dit van mij of van mijn kind?
Ik heb het koud, dus ik trek mijn kind een trui aan. Maar heeft mijn kind dat nodig? Projecteren blijft een valkuil, zeker als het gaat om perfectionisme. Maar ik probeer mijn dingen bij mezelf te houden. Marieke zegt daarover: “Is het belangrijk dat de informatie voor de volle honderd procent klopt en het een logisch verhaal is of dat mijn kind überhaupt voor de klas gaat staan en zijn verhaal vertelt?”
Praat niet met je kind, maar luister
Marieke schrijft ergens in haar e-book: “Wonderlijk toch hoezeer we altijd bezig zijn om te bedenken wat we tegen een ander moeten zeggen, terwijl de ander meer gebaat is bij echt luisteren.” Daar heb ik niets aan toe te voegen.
Focus op positief gedrag
Ik vind het niet leuk om te zeuren, mijn dochter vindt het niet leuk als ik zeur en het werkt ook nog eens niet. Sinds de cursus leg ik meer nadruk op gewenst gedrag, al dan niet in de vorm van een spelletje of een projectje. Veel gezelliger. Bovendien vermijd je zo dat je je kind ontmoedigt. Ook een goeie: ‘Ik hou van je, maar het antwoord is nee.’
Wel afspraken, geen discussie
Deze techniek scheelt veel geruzie, bijvoorbeeld bij het kamer opruimen. Het vraagt wel wat planning en overleg. Leg uit waarom je wilt dat iets gebeurt en binnen welke termijn. Laat je kind vervolgens zelf beslissen wanneer het gebeurt, maar help wel met plannen. Zorg in elk geval dat er speling is voor de woedeaanval die je wist dat zou komen. Is het opruimtijd, herinner je kind dan aan de afspraak. En alleen dat. ‘Wat was de afspraak?’ Niet op argumenten ingaan, niet helpen, alleen die vier woorden. Echt: het werkt.
Kinderen hebben jouw liefde het meeste nodig op de momenten dat ze het het minst verdienen
Met empathie had die toestand met die afstandsbediening er heel anders uitgezien. ‘Ik snap je teleurstelling, wat zou jou nog meer kunnen helpen om even te ontspannen? Zullen we samen wat bedenken?’ Of: ‘Ik heb behoefte aan een knuffel. Wil je met me knuffelen?’
Ontwikkelingsniveaus van Dabrowski
Tijdens de cursus ontdekte ik ook de theorie van positieve desintegratie van Dabrowski, en dan met name de ontwikkelingsniveaus. Ik was op slag verzoend met de wereld. Volgens deze theorie is het normáál om geen oog te hebben voor een ander en om zonder noemenswaardige zelfreflectie door het leven te stampen. Het betekent dat die vent die op het zebrapad bijna over mijn hond heen rijdt en mij vervolgens uitscheldt en die vrouw die me in de supermarkt opzij beukt om een pak plofkip uit het schap te kunnen trekken geen aso’s zijn. Of althans, ze doen het niet om mij te pesten of omdat ik een watje ben: ze zijn gemiddeld. En ze kunnen er niets aan doen. Wauw.
Maar het belangrijkste wat de cursus me bracht, is de herinnering dat mijn hoogbegaafde kind een prachtig klein mensje is. Een bij vlagen boos, gefrustreerd, verdrietig en moeilijk mensje, maar er zit geen kwaad in. Soms moet je daar gewoon even aan herinnerd worden als ouder.
Illustratie: http://www.droomvorm.nl/