Succesvol op het werk door zelfkennis en afstemming

“Intelligentie is aanpassingsvermogen,” vindt medisch specialist Arbeid en Gezondheid Marja van Ingen Schenau-Roovers.

Medisch specialist Arbeid en Gezondheid Marja van Ingen Schenau-Roovers houdt zich onder meer bezig met passende belangenbehartiging van hoogbegaafden op het werk. “”Intelligentie is aanpassingsvermogen,” zegt zij. “Hierbij kun je een stukje eigenheid kwijtraken, bijvoorbeeld als werknemer in de arbeidssituatie. Dat is niet de bedoeling: om gelukkig en succesvol te kunnen zijn, moet je jezelf kunnen zijn én jezelf aan kunnen passen.” En dus betekent aanpassen volgens Van Ingen Schenau-Roovers met name afstemmen.

Zelfkennis
Geregeld loopt er iets mis in een arbeidscarrière, ook bij hoogbegaafden. “In Nederland zijn scholen en opleidingen vooral gericht op de cognitieve, intellectuele ontwikkeling. Als je daarnaast voldoende feedback krijgt op je gedrag en in vrijheid om leert gaan met grenzen, ontwikkel je een goed zelfbeeld. De psycholoog Carl Jung noemde dat een goede individuatie: ‘jezelf los kunnen zien van je omgeving, jezelf in de kern kennen’,” legt Van Ingen Schenau-Roovers uit. “Helaas zien veel mensen niet dat ze niet in balans zijn.”

Soms gaat het al mis bij de beroepskeuze. “Er zijn veel redenen waarom mensen niet vanuit zichzelf kiezen,” vermoedt de voormalig bedrijfsarts. “Er zit een groot stuk onbewustheid bij en vaak gebrek aan zelfkennis.” Maar ook op de werkvloer kan het fout lopen. “Bijna elke arbeidssituatie vraagt veel van het individu in termen van organisatie van de omgeving. Zeker bij hoogopgeleiden en/of hoogintelligente mensen,” zegt van Ingen Schenau-Roovers. “Het organiseren van de omgeving is geregeld helaas zo’n onbegonnen werk dat je het gevoel krijgt aan een dood paard te trekken.”

Haar werk als bedrijfsarts confronteerde van Ingen Schenau-Roovers met de gevolgen daarvan. Geregeld kreeg zij slimme werknemers met een burnout aan haar bureau. “Vaak is het zo dat deze werknemers geacht werden te functioneren op een manier die niet bij henzelf paste. Dat put te veel uit.” De medisch specialist ziet een aantal mogelijke oorzaken: “Leidinggevenden kunnen zich moeilijk voorstellen wat zij zelf niet in zich hebben. Daardoor accepteren zij niet altijd wijze opmerkingen van slimme ondergeschikten.” Zij geeft een voorbeeld uit de praktijk: “Een werknemer van een houtbedrijf meldde zich overspannen. Hij had wat zaken aan de orde gesteld, dingen die gemakkelijk verholpen konden worden. Zijn baas vond hem gewoon irritant omdat hij met opmerkingen kwam. Op dat moment ontstaat een probleem in de arbeidssituatie.”

Van Ingen Schenau-Roovers concludeert dat er twee krachten zijn die elkaar op negatieve wijze kunnen versterken: een werkgever vraagt vaak zaken van een werknemer die niet zijn kracht zijn, terwijl het werkelijke talent onbenut wordt gelaten. Tegelijkertijd zijn werknemers zich vaak niet bewust van hun werkelijke kracht. “De werknemer van het houtbedrijf wist zelf niet hoe slim hij was. Hij sprak snel, kon omgaan met conceptmatige ideeën en had een hoog abstractieniveau. Intelligentie heeft niet te maken met opleidingsniveau. Slimme mensen geven vaak aan zichzelf dom te vinden.”

Positieve empowerment
Om goed te functioneren in het leven en op de werkvloer, is het belangrijk om je eigen vaardigheden goed in te kunnen schatten en deze te kunnen zien in relatie tot je omgeving. Stap 1 in dit proces, vindt Van Ingen Schenau-Roovers conform Jung, is om een goed zelfbeeld te ontwikkelen. “Stap 2 is het besef dat je niet los van je omgeving functioneert. Er is een wederzijdse afhankelijkheid tussen mensen.” Ze gaat verder: “Een gouden regel is: Effect is kwaliteit na acceptatie. Hiermee wordt bedoeld dat je niet alleen op inhoud goede kwaliteit moet leveren, maar ook goed afgestemd moet zijn op de ontvanger om tot maximale effectiviteit van je werk te komen. Andersom kun je stellen dat als je een talent hebt, het belangrijk is om dit talent te erkennen en te accepteren, vervolgens om acceptatie te krijgen van je werkomgeving, voor zover dit talent een sleutelpositie in kan nemen op je werk.”

Dat deze afstemming nog niet altijd optimaal is, blijkt uit een poll die de commissie Hoogbegaafd en Werk in het verleden deed: leidinggevenden hadden een positiever beeld met betrekking tot de talenten van hoogbegaafden, dan hoogbegaafden zelf.

Als mede-organisator van het symposium Gaan voor goud: excelleren op eigen wijze, dat plaatsvond op 5 oktober 2013, wil Van Ingen Schenau-Roovers hoogbegaafde werknemers bewust maken van hun kracht. In haar lezing De weg naar excelleren belicht zij vanuit verschillende wetenschappelijke visies de ontwikkelingsfasen, stappen en sprongen naar dit doel. Daarnaast bieden de workshops daarna, handvatten voor onder meer het vinden van je kernwaarden (stap 1) en afstemmen met je omgeving (stap 2). Het symposium moet de deelnemers inspireren tot positieve empowerment. “Als je hoort hoe anderen hun kwaliteiten hebben gevonden en positief in hebben weten te zetten, krijg je de overtuiging: dat kan ik ook.”

 

Dit artikel stond in HiQuarterly 003 en is hier opnieuw gepubliceerd met toestemming van de auteur. 

Geplaatst

in

door